Het handweefgetouw in het Weverijmuseum is het enige nog werkende weefgetouw voor smeerkussens in de Benelux.
Dit weefgetouw dateert uit 1890 en behoorde bij de inboedel van de firma Steurs uit Vilvoorde (B). In 1910 stonden daar drie van deze getouwen, in 1984 was er nog één over. Omdat de Nederlandse Spoorwegen (NS) alle locomotieven moest voorzien van smering door middel van smeerkussens die in de steunlagers zitten, nam de NS dit weefgetouw in eigen beheer en haalde het naar Tilburg.
De Tilburgse wever Ad van Rijen maakte vanaf 1984 smeerkussens op dit handweefgetouw, voor de locomotieven. Toen de NS in 1995 overstapte op nieuw materieel met een motor tussen twee assen, waren geen smeerkussens meer nodig. Het weefgetouw bleef ongebruikt achter.
Het huidige team van wevers voor het handweefgetouw
Gelukkig is het handweefgetouw niet gesloopt maar in 2000 overgedragen aan het Weverijmuseum in Geldrop. Aanvankelijk werd er niets mee gedaan, omdat men eigenlijk niet wist hoe het weefgetouw werkte. In 2002 kwam ingenieur Bosman met een boekje van ‘De tram in het openluchtmuseum in Arnhem’ naar Ad van Rijen, met het bericht dat de trams in het openluchtmuseum nieuwe smeerkussens nodig hadden en de vraag of Ad die kon maken.
Dat is de start geweest om het weven van smeerkussens weer ter hand te nemen. Vanaf die tijd is het handweefgetouw opnieuw in gebruik en maken Ad van Rijen en andere vrijwilligers (Katja van den Eijnden, Yvonne Verhoeven, Willy van Dalen en Jo Janssen) er smeerkussens op. Samen zorgen zij ervoor dat oude locomotieven en trams in Europa kunnen blijven rijden.
Meer weten over de historie?