Van Handwever naar digitaal textielkunstenaar !
Van Handwever naar digitaal textielkunstenaar !
We schrijven 200 jaar geleden Januari 1824 in het textieldorp Geldrop waar zich toen al een groot aantal fabrikeurs (dat waren wevers/koopmannen) hadden gevestigd. U moet zich voorstellen dat in die tijd de thuiswever in een slecht verlicht wevershuisje lange dagen moest weven om de kost te kunnen te verdienen en aan het eind van de week voldoende wollen laken had geweven welke dan weer werd gekocht door een fabrikeur. Die ging er dan vervolgens mee naar markten in de regio. Deze fabrikeur was er alles aan gelegen om een zo hoog mogelijke kwaliteit te kunnen verkopen. Dat betekende dat men toen al heel erg kritisch was wie de beste kwaliteit laken kon weven en daarmee was verzekerd van afname. Dit ging in die tijd vanaf spinnen weven en afwerking nog allemaal handmatig.
Maar met de introductie van het Jaquard -weefgetouw kwamen met behulp van patroonkaarten er meer mogelijkheden om van het eenvoudige patroon van het weefsel naar meer ingewikkelde patronen te kunnen weven. Dat was een hele vooruitgang en de creatieve geesten uit die tijd konden hun hartje ophalen wat betreft het ontwerpen van vooral damastpatronen. Dit werd voornamelijk toegepast in de linnen industrie.
Damast als zijden stof afgeleid van de stad Damascus bestond al in de middeleeuwen. Kortrijk, een stad in Vlaanderen, was begin 16e eeuw het damastcentrum, welke later overging naar het Nederlandse Haarlem. Enkele eeuwen later verplaatste deze industrie zich naar het zuiden en dan voornamelijk rond Eindhoven.
Een van de belangrijkste ontwerpers eind 19e eeuw was William Morris (1860), een Britse textielontwerper. Deze is bekend geworden als de grote inspirator van de Arts- and- Crafts movement. Een sociale beweging en een kunst en design- stroming in Engeland welke grote invloed heeft gehad op andere ontwerpers. Deze beweging zette zich af tegen de gevolgen van de Industriële revolutie.
William Morris was erg kritisch en een groot tegenstander van de alsmaar bepalende saaiheid van o.a. textielproducten als gevolg van automatisering. Hij vond dat de schoonheid van textielontwerpen uit oude tijden meer onder de aandacht moest komen en het ambachtelijke daarvan worden behouden.
Rond 1900 kwamen ook hier in Nederland steeds meer tekenaars ontwerpers zoals: Chris Lebau, Theo Nieuwenhuis en Cornelis van de Sluys die werkten freelance of in dienst van grote linnenweverijen in Eindhoven en omstreken. Zij hebben grote invloed gehad op allerlei stijlvolle damasten textiel welke vrij kostbaar was en alleen door de meer gegoede burger kon worden gekocht. Ook de Geldropse Linnenweverij Vissers & Eijcken kon deze kwaliteit weven.
Het ontwerpen van mooie textiel bleef niet alleen bij linnen. Ook andere textielsoorten werden gebruikt voor het creëren van exclusieve designs. Door verbeterde weef technieken en met de komst van de computer eind vorige eeuw zitten we nu in een tijdperk waar veel nieuwe kunstenaars met behulp van digitale gereedschappen zich kunnen ontplooien tot een nieuwe generatie textielontwerpers.
Er zijn op dit moment ook veel jonge ontwerpers die inspiratie vinden bij gevestigde namen zoals 100 jaar geleden William Morris was, en nu weer bij een Britse kunstenaar Grayson Perry (1960) die een ware duizendpoot is als het gaat om het gebruik van allerlei soorten materiaal.
Heel bekende Nederlandse kunstenaars van nu zijn o.a. Tanja Smeets, Sara Vrugt, Christie van der Haak, Magriet Luyten en Mae Engelgeer en dat zijn allemaal vrouwen die hiermee bewijzen de klassieke mannelijke ontwerpers van weleer voorbij te zijn gestreefd. Hulde daarvoor!
Verder is het nu ook mogelijk met onze allernieuwste computergestuurde Jaquard-weefmachine Itema de digitale kunstenaar van nu de kans te geven om mooie textielobjecten bij ons te laten weven.
Tenslotte hoop ik hiermee een eerste aanzet te hebben gegeven en daarmee Kunst in relatie met textiel in het weverijmuseum meer aandacht gaat krijgen?
Jan Gijsberts Januari 2024